Jacob Spin stakingsbreker?


Jacobus Lambertus Spin [VIcj] werkte als taxichauffeur bij het bedrijf Citax. Eind 1934 braken er stakingen uit bij het bedrijf en ook in Leeuwarden gingen de chauffeurs van Citax in staking. Jacob Spin die net naar Leeuwarden was verhuisd, deed daar echter niet aan mee. Op pijnlijke wijze ervoer hij dat hem dat niet in dank werd afgenomen.
De Leeuwarder Courant deed op 21 december 1934 verslag van de rechtzitting die daarop volgde:

De chauffeursstaking bij de Citax duurt al weer verscheidene dagen en is mede aanleiding geworden van onaangenaamheden. Op maandag 19 november zou een der chauffeurs, n.l. Jacob Spin, zich naar zijn huis begeven, toen hij door tal van stakende Citax-chauffeurs werd opgewacht, volgens de dagvaarding, in zijn vrijheid belemmerd en op de teenen getrapt, tegen de hielen geschopt en aangestooten. Hiervan verdacht worden J.D. te Leeuwarden en B.H. te Huizum. Thans staan ze terecht.
Kantonrechter: Er waren wel vijftien stakers, maar D. en H. hebben zich in het bizonder aan vrijheidsbelemmering en stompen en stooten schuldig gemaakt, wat zij beslist ontkennen.
Jacob Spin was tijdens de staking in dienst bij de Citax en deelt mede: Ik deed niet mede aan de staking en zou op den bewusten middag naar huis gaan in de Jan Steenstraat, toen ik met nog twee anderen omringd werd door tal van stakende chauffeurs. J.D. ging voor ons loopen en B.H. ter zijde. Op den hoek van de Frans Halsstraat en de Ruysdaelstraat werd ik van de makkers gescheiden en door stakers omringd. Van voren trapten ze mij op de teenen en van achteren schopten ze me tegen de hielen, terwijl ze me ook aanduwden. Zowel D. als H. deden er aan mee.
Verdachte D. zegt dat hij hem niet heeft aangeraakt, wel liep hij naast hem met de handen in den zak.
Ambtenaar: Dus je hebt naast hem geloopen?
H. erkent dat hij links van Spin liep, maat stooten of op de teenen trappen heeft hij niet gedaan. Wel spraken ze met hem, maar toen daagde hij ons uit. Hij zei: ik zal je met een blauwe boon raken.
Spin houdt vol dat ze hem bij het oversteken op den hoek der straat in zijn vrijheid belemmerden en van beide anderen afsneden, maar verdachten bleven dit ontkennen.
Kantonrechter: Dat alles zoo’n vredig verloop heeft gehad als verdachten zeggen, komt mij wel wat vreemd voor.
Ambtenaar: Heb je wel eens meer last van de stakers?
Spin: Het begint nu al wat beter te worden.
Getuige Jansma, chauffeur te Huizum, staakte ook niet. Hij vertelt: Op 19 november gingen we met z’n drieën naar huis. D. liep voor ons langs en daar achter Spin. Ik wou hem niet achterlaten en keek telkens om, maar dan werd er geroepen: Je moet niet omkijken, waarop ik antwoordde: Dat zal ik wel doen. En tot wel zeven maal toe hoorde ik Spin bij het duwen en schoppen zeggen: Laat mij met rust.
Verdachte op zijn beurt beweert, dat Jansma dit nooit kan gehoord hebben, maar ze hebben zeker een afspraak gemaakt, wat ze zouden zeggen.
Nu echter treedt de ambtenaar tusschenbeide en zegt: Met zulke leelijke veronderstellingen moet je ons van het lijf blijven. Getuigen hebben een eed gedaan en worden dus geloofd, anders zouden ze zich aan meineed schuldig maken.
Nu treden een tweetal getuigen à décharge op. Allereerst Dooitsen Terpstra, één der stakende chauffeurs. Hij woonde het toneel bij en beweert: Verdachten hebben niets met Spin gedaan. Ze wilden met hem praten, maar daar kwam niet veel van in.
Ook de andere getuige à décharge is een staker, n.l. Gerrit Dijkstra van Leeuwarden en beweert hetzelfde. Er is niets gebeurd, maar wel heeft hij ons onderweg uitgedaagd. Trouwens, dat deed hij altoos.

Requisitoir.

Ambtenaar: Maar waarom zou hij dit nu doen. Daar was immers niet de minste reden voor. Ik acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. De getuigenissen zijn gelijkluidend.
D. is voor Spin langs geloopen en heeft hem op de teenen getrapt. Ook H. deed aan het duwen en schoppen mede, natuurlijk tegen den wil van Spin, die zelfs van zijn makkers gescheiden werd, terwijl beide getuigen à décharge alleen verklaren, dat er niets gebeurd is.
Ik zou boete kunnen vragen, maar omdat die vermoedelijk toch door anderen betaald zou worden, vraag ik voor ieder een week hechtenis.
Verdachten houden vol, dat zij niets gedaan hebben.
Kantonrechter: Het was anders geen geschikte gelegenheid om met Spin te praten. ’t Is meer opgezet als een demonstratie en niet allereerst om te overreden. Uitspraak op 3 januari.