Berend Spin zette een flink deel van zijn geld om in de plaatselijke herberg en net als de meeste van zijn broers viel het hem niet mee om op het rechte pad te blijven.
Bladerend door de rechtbankverslagen van ongeveer 1880 tot 1920 komen we de naam Spin nogal eens tegen. Vele malen stond er een lid van de familie Spin voor de rechter om zich te verantwoorden voor openbare dronkenschap, geweldpleging en vernieling.
Jan Spin [1], een zoon van Jan Spin en Andriesje Luchtmeier, is wat dat betreft wel een van de meest beruchte figuren . Maar ook de zonen van Frerik Spin en Elsje ten Veen [2] deden flink van zich spreken. Een van hen was mijn overgrootvader Berend Spin [3] een man die niet zo’n beste reputatie had. Zijn zuur verdiende geld zette hij voor een groot deel om in jenever en meerdere malen belandde hij in het gevang. Hij woonde destijds in Havelterberg, een streek die niet echt goed bekend stond en hij was in zijn omgeving vooral bekend als Schele Berend, een bijnaam die hij te danken had aan een oogblessure door een ongelukje bij het schoonmaken van zijn geweer. Het dragen van wapens was in die tijd en in die regio zeker niet ongewoon en het ritueel van het schoonmaken van de geweren vond dikwijls plaats op zaterdagavond, rijkelijk overgoten met drank.
Het spreekt bijna voor zich dat Schele Berend door zijn wat ruige levenswandel verschillende malen in het beklaagdenbankje kwam te staan. Er werd veelvuldig gestroopt en met iets te veel drank in het lijf liep een ‘gezellig samenzijn’ in de plaatselijke herberg nogal eens uit op een knokpartijtje. En dan sneuvelde er natuurlijk ook wel eens wat inventaris.
Vanaf 1879 was er sprake van een reeks van veroordelingen wegens mishandeling, vernieling en openbare dronkenschap en ook de veldwachter was menig maal het voorwerp van belediging en gewelddadigheid van de zijde van Schele Berend.
In dit met jenever doordrenkte milieu moest je soms ook incasseren en Schele Berend liep zelf dus ook wel eens klappen op. Zo was hij op een avond in juli 1882 met zijn meisje in een herberg nabij Steenwijk en toen hij later op de avond de herberg weer verliet, werd hij gevolgd door een zekere Frans Winter, een “zeer berucht type in Steenwijkerwold en omgeving”, aldus het krantenverslag. Wat er precies aan vooraf ging is niet duidelijk, maar Frans sneed hem onverwacht met een mes bij en dwars door het linkeroor. Deze moedwillige mishandeling kwam Frans Winter op drie maanden celstraf en fl. 8,- boete te staan.
Eind 1902 ontstak Berend in woede toen een zekere J. Gelmers er op zinspeelde dat hij een konijn miste kort nadat een zoon van Berend bij hem was geweest. Er ontstond een woordenwisseling en Schele Berend gaf Gelmers een klap tegen het hoofd en trok vervolgens zijn mes. Op dat moment kwam de moeder van Gelmers tussenbeide, die een paar flinke schoppen kreeg van Berend, maar het mes werd gelukkig niet gebruikt. En opnieuw moest Berend zich voor de rechter verantwoorden.
Op 1 oktober 1906 werd Schele Berend voor een jaar opgeborgen in de Rijkswerkinrichting in Hoorn. Na een half jaar mocht hij voor een kort verlof even twee weken naar huis.
Schele Berend zou volgens familie-overlevering ook lid zijn geweest van een bende, maar daar is tot nu toe geen enkele concrete aanwijzing voor te vinden. Zo rond de eeuwwisseling was er in Steenwijk en omgeving overigens wel een Zwarte Bende actief, die zo nu en dan flink huishield[4].
Trijntje, de oudste dochter van Frerik en Elsje, trouwde met Meine Spitse. Ook Meine werd een aantal malen veroordeeld voor stroperij en diefstal en in 1893 werd hij voor een periode van drie jaar opgesloten in Veenhuizen.
Zoon Jan kwam ook wel eens in aanraking met de veldwachter. Zo werd hij in 1888 wegens mishandeling en bedreiging van de herbergier H. Greven te Steenwijk en vernieling van goederen in diens herberg, tot één maand gevangenisstraf veroordeeld.
Dochter Willempje trouwde in 1883 met Johannes Hoekstein, die zich in 1890 voor de rechter moest verantwoorden voor mishandeling van Regina Spin[5]. Hij hoorde een gevangenisstraf van 14 dagen tegen zich uitspreken. Willempje zelf maakte zich jaren later schuldig aan mishandeling van twee vrouwen en werd daarvoor op 22 augustus 1898 veroordeeld tot 3 dagen gevangenisstraf. Wat de aard van de mishandeling was en wie de slachtoffers waren is niet duidelijk.
Frerik, een jongere broer van Schele Berend, werd begin oktober 1887 door de rechtbank in Heerenveen veroordeeld tot één jaar gevangenisstraf. Een zware straf, maar het was dan ook niet de eerste veroordeling die hij wegens mishandeling en bedreiging aan zijn broek kreeg. Enkele weken later werd hij op transport gezet naar de strafgevangenis in Groningen!
Een paar jaar daarvoor, in 1884, stonden Frerik, zijn broer Jan en zijn ouders Frerik en Elsje met zijn vieren terecht voor moedwillige mishandeling. Frerik werd schuldig verklaard en kreeg een maand gevangenisstraf en fl. 8,- boete opgelegd. De andere familieleden werden vrijgesproken.
Frerik bleek vrij hardleers te zijn, want ook na een jaar detentie in Groningen wist hij niet uit de problemen te blijven. In 1890 ging het weer goed mis en, ongetwijfeld met een flinke slok op, mishandelde hij een zekere Geert Jaspers uit Kallenkote. De rechter oordeelde dat Frerik nu voor achttien maanden (!) moest worden opgeborgen.
In dat ruige milieu met veel drankmisbruik liep Frerik ook zelf wel enige kleerscheuren op. Zo kregen hij en zijn oomzegger en naamgenoot Frerik Spin[6] – beiden afkomstig uit Onna – in 1904 in een herberg in Steenwijk ruzie over het omgooien van een borrel. Ze werden door twee Steenwijkers – Wolter Heinen en Johannes Mulder – zodanig geslagen en geschopt, dat een van hen voor dood bleef liggen. Beide daders werden tot vier maanden gevangenisstraf veroordeeld.
Berends jongere broers Geert en Albert lijken gunstige uitzonderingen te zijn, maar de jongste van het gezin – Dirk – werkte zich weer regelmatig in de nesten. In juni 1890 stond de 17-jarige Dirk samen met Jannes Wobben voor de rechter en werd toen nog vrijgesproken, maar een paar maanden later werd hij wel veroordeeld. Hij werd beschuldigd van het mishandelen van Arend Piest en zijn vrouw en bovendien werd hem belediging van de gemeenteveldwachter Van Rosmalen ten laste gelegd. Dirk verdween hierdoor drie maanden achter de tralies.
________________________________________
[1] Zie ‘De schrik van de Havelterberg‘
[2] Voor het gezin van Frerik en Elsje: zie de vierde generatie, IVf.
[3] Meer over Berend Spin is te vinden in de vijfde generatie onder Vi.
[4] Meer over de zwarte bende
[5] Het is niet duidelijk of het slachtoffer van de mishandeling de 12-jarige Regina Spin (Vu) is of de 61-jarige Regina Spin (IVg).
[6] Frerik Spin: geboren 30-7-1885, VIp in het genealogisch overzicht (zesde generatie), zoon van Jan Spin (Vj) en Grietje Doeven.
________________________________________