Generatie 1

I. ALBERT HENDRIKS [DAMMEIJER], geboren omstreeks 1732, dagloner, overleden te Steenwijkerwold 14-02-1812, ouders onbekend, trouwt te Steenwijkerwold 18-04-1762 met
ROELOFJE JANSEN, gedoopt (rk) te Zuidveen 31-01-1738, overleden te Steenwijk 02-03-1787, dochter van Jan Lambers en Arendje Antoni.
Uit dit huwelijk:
1. Maria Elisabeth, gedoopt (rk) te Zuidveen 16-05-1763.
2. Jan, gedoopt (rk) te Zuidveen 01-12-1765, volgt IIa.
3. Hendrik, gedoopt (rk) te Steenwijkerwold (’t Verlaat) 03-06-1768, volgt IIb.
4. Lammert, gedoopt (rk) te Zuidveen 05-12-1771, volgt IIc.
5. Arend, gedoopt (rk) te Zuidveen 07-07-1777.

Het huwelijk van Albert (Aalbregt) en Roelofje werd geregistreerd door de Nederduits Gereformeerde kerk van Steenwijk. Nadrukkelijk werd vermeld dat ze beide rooms zijn.

Voor zover we dat met zekerheid kunnen nagaan begint de geschiedenis van de familie Spin bij Albert Hendriks en Roelofje Jans. In 1762 stichtten Albert en Roelofje een gezin in Zuidveen, een dorp in de nabijheid van Steenwijk. De ouders van Roelofje kennen we, maar wie waren de ouders van Albert, heeft hij broers en zussen en waar komt hij vandaan?
Ergens in de periode 1750 – 1760 streek Albert neer in de omgeving van Steenwijk, in de kop van Overijssel. We komen hem voor het eerst tegen in 1762 toen hij in het huwelijk trad met Roelofje. Zijn naam werd toen vermeld als Aalbregt Dammeijer. Albert was een dagloner, die lange dagen op het land werkte en met het weinige dat hij had probeerde het hoofd boven water te houden.
Hij overleed op 14 februari 1812 in het huis nr. 15 te Onna. Kennelijk was hij een man met een sterk gestel want volgens opgave van de buren had hij de gezegende leeftijd van ‘tagchentig’ jaar bereikt. Dat zou betekenen dat hij zo omstreeks 1732 moet zijn geboren, maar daarbij mag je doorgaans wel een flinke marge aanhouden.
Vermoedelijk was Albert een van de velen die, op zoek naar werk, zijn heil zocht in de vervening. Dat is niet zo verwonderlijk, want in die periode is de bevolking van Zuidveen meer dan verdubbeld. Zuidveen groeide van 280 inwoners in 1725 naar 590 in 1764. De meeste nieuwkomers waren arbeiders, die vanuit het oosten van het land en ook uit Duitsland naar Zuidveen trokken, waar in de vervening nog volop werk was te vinden. Wie Alberts ouders waren en waar hij vandaan kwam weten we niet, maar een afkomst uit het oosten van Nederland of uit Duitsland lijkt wel heel waarschijnlijk.
De grote bedrijvigheid rondom Zuidveen betekende overigens niet dat het iedereen voor de wind ging, want bijna vijftig procent van de inwoners werd gerekend tot de categorie armen.
Ook Albert en Roelofje hadden het niet breed, maar kennelijk waren ze nog wel in staat om in hun eigen onderhoud te voorzien en hoefden ze niet aan te kloppen bij de diaconie of de gemeente voor armenzorg. Het zal echter bepaald geen vetpot zijn geweest voor Albert en zijn jonge gezin, want voor de belastingheffing werden ze ingedeeld in de derde klasse:
‘De derde classe de personen en huisgezinnen welke onvermogende en niet in staat zouden zijn om het hoofdgeld te betaalen schoon die niet van den armenstaat trekken. Zuidveen, 13 juni 1764.’

Aalbregt werd in het Zuidveense vermoedelijk al snel Albert genoemd en na enkele jaren verdween ook de familienaam Dammeier en was het gewoon Albert, de zoon van Hendrik, oftewel Albert Hendriks.
In maart 1787 overleed Roelofje, vijftig jaar oud. Arend was toen nog maar tien jaar en woonde vermoedelijk nog thuis, maar de andere kinderen waren inmiddels oud genoeg om op eigen benen te staan. Mogelijk werkten ze ergens in de omgeving als boerenknecht of misschien in de turfafgravingen nabij Zuidveen.​
Van drie van hun kinderen [Jan, Hendrik en Lammert] kunnen we de nakomelingen tot in onze tijd met zekerheid achterhalen. Alle naspeuringen ten spijt weten we niet hoe de levens van dochter Maria Elisabeth en jongste zoon Arend zijn verlopen.

Annigje Jans
Toen Albert in 1787 weduwnaar werd was hij vermoedelijk al zo’n 55 jaar oud. Binnen vijf maanden na het overlijden van zijn vrouw hertrouwde hij met Annigje Jans, een weduwe uit Steggerda. Hertrouwen na zo korte tijd was voor mannen niet echt ongebruikelijk in die tijd. Er was natuurlijk de zorg voor de jongste telg, maar anders dan heden ten dage was een huwelijk zeker ook een economische noodzaak, voor beide partijen. Voor vrouwen gold een wachttijd van negen maanden voordat zij weer in het huwelijk konden treden.
Het huwelijk werd in de Hervormde gemeente Steggerda/Vinkega bevestigd. Bij de registratie werd aangetekend:
‘Proclamaties onverhinderd alhier en te Steenwijk, om redenen bezegeling van de trouw te Steenwijk niet mogelijk, daarom met attestatie alhier wedergekomen en alhier getrouwd.’
Waarom de bezegeling van het huwelijk in Steenwijk niet mogelijk was werd niet vermeld. Nu was Annigje wel ooit het mikpunt van een woedende menigte, maar dat lag toch ook al weer ruim twintig jaar achter haar.